DE POSTGESCHIEDENIS VAN ZWOLLE

English version

NEDERLANDS-INDIË

De Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) werd opgericht in 1602 als de eerste naamloze vennootschap in Nederland toen de Nederlandse regering haar een monopolie op de Nederlandse specerijenhandel verleende. Vanwege dit monopolie waren geen andere handelaren toegestaan. Brieven over handel anders dan de VOC-correspondentie kunnen dus niet voorkomen. Tot 1788 werden privébrieven tussen de nederzettingen en patria allemaal gelezen en gecensureerd door de VOC en tot mei 1788 in een gesloten doos verzonden, omdat ze niet-toegestane handelszaken of vertrouwelijke informatie over de VOC-belangen konden bevatten die in handen zouden kunnen vallen van, bijvoorbeeld de Britten. Hoewel er zware boetes op stonden, gebeurde het dat er in het geheim brieven werden gegeven aan een vriend aan boord van een schip met de gewenste bestemming. Dit werd meestal aangegeven in de linker benedenhoek van de omslag.

Nederlands-Indië, kaart van Jansonius, 1630
...’t prachtig rijk van INSULINDE dat zich daar slingert om den evenaar, als een gordel van smaragd... (Uit: Multatuli, Max Havelaar)

Op de voorzijde van de brief werd de persoon en/of het schip aan wie de brief was toevertrouwd genoteerd, gevolgd door de letters D.G.G. = Dien God Geleide of Q.D.C. = Quem Deus Conservat. Dit was niet helemaal onnodig omdat het schip in oorlogstijd door piraten of door schepen van vreemde naties veroverd kon worden maar ook in een storm terecht kon komen. Tot 1788 schreef de VOC voor dat brieven door de overheid moesten worden gelezen en gecensureerd voordat ze in een gesloten doos op een van hun schepen werden verzonden. Brieven aan ambtenaren van de VOC, zoals de Hoge Regering in Batavia, directeuren of kooplieden, werden altijd met schepen van de Compagnie verzonden. Deze hoefden niet te worden gecensureerd.

In mei 1788 besloot de VOC een reguliere postdienst op te richten tussen Nederland en haar nederzettingen. Ze bouwde 10 pakketboten voor de dienst tussen Nederland, Kaap de Goede Hoop, Ceylon en Batavia. Er werden speciale stempels gemaakt met het posttarief en het monogram van het bedrijf in vier verschillende waarden. De tarieven waren niet gebaseerd op afstand en/of gewicht maar op het formaat van de brief. Volgens de "Plan-Posterijen", zoals de VOC-bepalingen worden genoemd, werden de stempels in Nederland en Nederlands-Indië gebruikt op uitgaande post. We zien ze echter ook wel geplaatst bij aankomst. Het tarief moest worden betaald door de geadresseerde. De stempels werden voor hetzelfde doel ook verstrekt aan de VOC-nederzettingen in Ceylon en Kaap de Goede Hoop. Deze stempels waren ook bedoeld voor China en vier nederzettingen in India, maar er zijn geen brieven bekend waaruit blijkt dat ze daar ook verstrekt en gebruikt zijn.

De eerste vaart per snelle VOC paketboot werd uitgevoerd door de paketboot Maria Louisa van de kamer Amsterdam. Kapitein was de in Zwolle geboren Anthonie Franciscus Steffers (ca 1750-1795). Het schip vertrok op 1 september 1788 van de rede van Texel naar Kaap de Goede Hoop en bracht daar de set poststempels (WCA C-622,2-4; RPSL LP 123-230/1, artikel van K. Adema). Vervolgens voer ze door naar Batavia en kwam op 11 februari 1789 in Insulinde aan. Op 5 maart voer ze alweer huiswaarts en arriveerde op 7 september 1789 veilig op de rede van Texel.

Begin 1795 leidde een interventie van Franse revolutionaire krachten tot de ondergang van de oude Nederlandse Republiek. In januari 1795 werd de Bataafse Republiek uitgeroepen (vanaf oktober 1801 Bataafs Gemenebest genoemd). Het werd in 1806 opgevolgd door het Koninkrijk Holland met Lodewijk Napoleon als vorst. W.H. Daendels werd benoemd tot gouverneur-generaal van de Nederlandse bezittingen in Indië. Hij deed veel moeite om de postfaciliteiten te verbeteren. In 1808 en 1809 verschenen nieuwe voorschriften, waarbij de tarieven niet meer afhankelijk waren van het formaat van een brief, maar van gewicht en afstand.

Op 18 september 1811 werd Java bezet door de Britten. Thomas Stamford Raffles werd luitenant-gouverneur tot maart 1816, toen Indië terugkeerde naar Nederland.

Verzending per scheepsgelegenheid

De post van en naar Nederlands-Indië werd in het begin van de 19e eeuw per scheepsgelegenheid vervoerd via Kaap de Goede Hoop. Brieven werden meegegeven met de kapitein van een schip. In de haven aangekomen gaf de kapitein de brieven aan de posterijen, die hem daarvoor een vergoeding gaf. Er werd een vast tarief voor scheepsbrieven berekend aan de geadresseerde.

De datum waarop een tarief van toepassing werd verschilde tussen Nederland en haar kolonie. De tarieven werden eerst uitgedrukt in stuivers. Op 1 augustus 1826 werd in Nederlands-Indië de generaliteitsgulden ingevoerd. Sindsdien werden de scheepsposttarieven uitgedrukt in Nederlandse (zilveren) centen of Nederlands-Indische centen koper, ook wel genoemd duiten. In Nederland werden de tarieven pas vanaf 1 januari 1827 uitgedrukt in centen. Het basistarief voor scheepsbrieven tot 1 lood werd 60 cent, zijnde 12 Nederlandse stuiver of 15 Nederlands-Indische stuiver koper. 15 cent was voor de kapitein.

De Nederlandse stuiver was gelijk aan 5 cent maar de Indische stuiver koper was slechts 4 Indische centen koper.

De tarieven voor brieven per scheepgelegenheid waren voor de eerste gewichtsklasse:

gewicht
Nederland
tarief
Ned.-Indië
tarief
1 lood
05-02-1816
8 stuiver
05-02-1816
8 stuiver
1 lood
19-04-1816
12 stuiver
12-09-1818
15 stuiver
16 wigtjes
04-04-1821
12 stuiver
01-01-1821
15 stuiver
16 wigtjes
01-01-1827
60 cent
01-08-1826
60 cent
15 wigtjes
01-09-1850
40 cent
23-07-1850
48 duiten
15 wigtjes
01-09-1855
30 cent
08-12-1855
36 duiten

 

Brief van Zwolle naar Salatiga, Java, 13 april 1839. Per scheepsgelegenheid van Den Helder en Kaap de Goede Hoop naar Batavia. Scheepsbrieftarief in Nederlands-Indië 1-8-1826 t/m 22-7-1850, 0 - 1 lood: 60 cent.

 

Brief verzonden van Soerabaja naar Zwolle, 20 maart 1852. Per scheepsgelegenheid per "Aldebaran", kapitein B.G. Meyboom via Kaap de Goede Hoop en Sint-Helena naar Den Helder. Ovaal scheepsbrief handstempel ONGEFRANKEERD / ZEEKORF / SOURABAYA in blauw en bij aankomst ovaal datumstempel ZEE BRIEF / DEN • HELDER in rood. Nederlands scheepsbrieftarief 1-9-1850 t/m 30-8-1855, 15 - 50 wigtjes: 40 x 2 = 80 cent (x 1,2 = 96 Nederlands-Indische duiten, aangegeven en later doorgehaald in rechterbovenhoek).

 

De Overland Mail Route

Vanaf 1844 kon Nederland de Overland Mail Route van Thomas Waghorn gebruiken. De route ging van Alexandrië over de Nijl, vervolgens per kameel door de woestijn naar Suez en met de paketboten van de Peninsular & Oriental Steam Navigation Company (P & O) naar Singapore. Daar werd de post opgehaald door Nederlandse schepen. Het gebruik van de Overland Mail Route werd geregeld in het postverdrag met Engeland van 1 januari 1844. Post kon naar Londen worden verzonden voor doorzending via Marseille of vanuit Southampton via Gibraltar en Malta naar Alexandrië. Het gebruik van de goedkopere directe route van Nederland naar Marseille was ook mogelijk en werd meestal gebruikt. Later kon de post ook via de Middellandse zeehavens Triëst, Brindisi en Genua lopen.

De tarieven waren veel hoger dan die voor brieven per scheepsgelegenheid via Kaap de Goede Hoop.

 

Brief van Zwolle naar Padang, Nederlands-Indië, verzonden "Per landpost via Marseille" op 23 december 1864. In Padang aangekomen op 27 februari 1865. Port betaald door de afzender, aangegeven met FRANCO in kastje. Het door de afzender betaalde port is genoteerd op de achterzijde van de brief: 90 cent. Proefstempel ZWOLLE / 23/12 / 4-12 / 64, Ø 20 mm in rood.


Het Suezkanaal

Het Suezkanaal, aangelegd tussen 1859 en 1869 door de Franse Compagnie Universelle du Canal Maritime de Suez onder Ferdinand de Lesseps, werd op 17 november 1869 geopend. De eerste paketboten die in april 1870 over de waterweg gingen, waren van de Franse rederij Messageries Impériales (MI ), vanaf 1871 genaamd Compagnie des Messageries Maritimes (MM). De postverbinding naar Ceylon, Singapore, China en Japan heette de Ligne N.
De Britse paketboten van de P&O hadden net een treinverbinding aangelegd tussen de Nijl en Suez en bleven die voor post en passagiers nog een aantal jaren gebruiken.

Van 13 december 1870 tot 18 januari 1872 werd de route via Marseille niet gebruikt door landen ten noorden van Frankrijk als gevolg van de Frans-Pruisische oorlog. De post ging via Duitsland naar Brindisi in Zuid-Italië. Na deze oorlog bleef de P&O Brindisi gebruiken als vertrekhaven naar Alexandrië.

 

5 cent briefkaart van Batavia via Brindisi naar Zwolle, 21-2-1883. Routestempel NED. INDIË / OVER / BRINDISI. Doorgezonden naar Terschelling en vervolgens naar Zaandam. Tarief briefkaart per mail naar Nederland 1-4-1879 t/m 28-2-1907: 7½ cent. Te weinig betaald 2½ cent x 2 = 5 cent naheffing van port. Portstempel T en in blauw het nog door de geadresseerde te betalen port.

Het Nederlandse bedrijf Stoomvaart-Maatschappij "Nederland" (SMN) kreeg een contract voor de post naar Nederlands-Indië in 1871, vertrekkende vanuit Nieuwediep en vanaf 1879 vanuit IJmuiden voeren zij door het Suezkanaal naar Indië. Het grootste deel van de post werd echter per trein naar de mediterrane havens gestuurd, omdat dit een snellere route was. Tussen 20 april 1882 en 25 september 1888 deed de SMN Marseille aan om de post naar Nederlands-Indië te brengen. De Rotterdamsche Lloyd (RL), opgericht in 1875, kreeg een postcontract in 1883. Vanaf maart 1883 vertrokken hun schepen vanuit Rotterdam en deden ook Southampton en Marseille aan.

 

 


Laatst bijgewerkt op 04.12.2023 21:23 uur.

Copyright © 2019 - G.L. van Welie FRPSL
Secretaris van de Nederlandse Academie voor Filatelie
Representative of the Royal Philatelic Society London for the Netherlands

Niets uit deze website mag worden gekopieerd, verspreid en/of gepubliceerd zonder schriftelijke toestemming van de auteur.

Heeft u aanvullingen of opmerkingen?

home